Vorig jaar november trok ik met mijn caravan door de Italiaanse laars met als eindbestemming het grootse Italiaanse eiland: Sicilië. Ik begon in het schilderachtige Cinque Terre waar het heerlijk rustig was, en als bonus kreeg ik heel aangenaam weer. Vervolgens reed ik via Florence en Assisi naar Rome, en bezocht de prachtige Amalfikust, Napels en Pompeï. Die laatste 3 bestemmingen stonden al jaren op mijn verlanglijstje en ook hier bleek het weer goed en was het niet vol met toeristen. Van daaruit via Paestum naar de hak van La Bella Italia, de authentieke provincie Puglia. Ook daar blijk je prima te kunnen overwinteren. Toch had ik mijn zinnen gezet op een reis met de caravan door Sicilië. En dat beviel zo goed dat ik 3 maanden bleef.
Vanwege die goede ervaringen van vorig jaar besloot ik dit jaar weer die kant op te gaan. Sicilië is een prachtig afwisselend eiland waar heel veel te zien en genieten valt. Oost, west, noord en zuid zijn allemaal duidelijk anders qua sfeer. Het binnenland is wat ruiger en dun bevolkt. Dit bijzondere Italiaanse eiland blijkt in de winter een prima alternatief voor de drukke Spaanse costa’s en de Portugese zuidkust. De temperaturen liggen aan de kust tussen de 14 en 18 graden en de zon schijnt vaak. Uiteraard is het ook hier wel eens grijs en regenachtig en het kan aardig waaien.
Dit jaar begon ik mijn reis met 3 weken Oostenrijkse sneeuw en 2 weken Krk en Istrië in Kroatië. Mijn eerste Italiaanse bestemming was Venetië. In de zomer wil je deze sprookjesachtige stad graag vermijden maar januari blijkt een hele goede maand voor een bezoek. Daarna genoot ik van een paar dagen Rome en reed ik door naar de havenstad Civitavecchia, zo’n 60 km boven Rome. Daar ging ik met mijn auto en caravan aan boord van de ferry van naar Palermo. De steile en smalle oprit naar dek 5 vergde wat aandacht, net als het achteruit rijden om de combinatie op de aangewezen plek te krijgen. Gelukkig verliep het inschepen voorspoedig.
De ferry vertrekt ‘s avonds om 19.30 en de overtocht duurt een kleine 14 uur. Voor wie nog minder ver wil rijden zijn er ook ferry’s vanuit Genua en Livorno. Genua is maar 1.200 kilometer vanaf Utrecht en vanaf daar ben je in ruim 20 uur in Palermo. In het winterseizoen zijn de prijzen verbazend laag. Ik betaalde 290 euro voor een auto-caravancombinatie van 13 meter lang en een luxe hut met zeezicht en tweepersoonsbed. De ferry vanaf Genua is opvallend genoeg bijna even duur. Je kan natuurlijk ook gewoon gaan rijden maar dat blijkt aanmerkelijk duurder dan de ferry. Vanaf Genua is het namelijk nog een kleine 1200 kilometer naar de punt van de laars, vanwaar je de ferry neemt die je in 20 minuten naar Messina op Sicilië brengt.
Door de sterke wind in de rug was de overtocht behoorlijk onstuimig en beleefde ik een paar vervelende zeezieke uren. Maar het positieve gevolg van die wind was dat we anderhalf uur eerder aankwamen in Palermo. De hectiek van Palermo kon ik daardoor vermijden en om 8.00 uur reed ik over het uitdagend slechte, en nog natte asfalt van Palermo richting de snelweg. Op naar het zuiden, de Siciliaanse zon tegemoet.
